De Verheven Unie van Skalesh
Schepping
In tegenstelling tot andere volken kennen de Skaleshi vele verhalen over hoe de wereld ontstaan is. Iedere stam had zijn eigen uitleg en de verschillende stammen zijn het er nooit over eens geworden welk scheppingsverhaal het juiste is. Daarom is er besloten dat ieder scheppingsverhaal geaccepteerd is, maar iedere Skaleshi gelooft natuurlijk dat alleen het scheppingsverhaal van zijn of haar clan de juiste is. Hierdoor begint de officiële staatsreligie van de Skalesh met de komst van Lovfvi, de Kat die het Geld Bracht.
Eeuwen geleden waren de voorouders van de Skaleshi losse stammen in de bergen. Het leven was zwaar en niet comfortabel. Je moest hard werken en vaak was er niet genoeg eten. De winters waren slopend en veel van de voorgangers stierven jong.
Tijdens een bijzonder zware winter verscheen de pratende kat Lovfvi voor de tentflap of deur van ieder stamhoofd die zich uiteindelijk Skaleshi zouden noemen. “Laat mij binnen, want ik breng de toekomst,” spinde hij.
Velen lieten hem binnen, maar niet allen. Zij die Lovfvi buiten sloten, zouden nooit de Skaleshi worden. Zij die hem binnen lieten, hoorden Lovfvi’s woorden over eenheid en geld, over steden en mijnen, over slaven en ambacht. Zij die wel hoorden, maar niet luisterden zouden nooit de Skaleshi worden.
De stamhoofden die wel luisterden, kwamen op het advies van Lovfvi samen in conclaaf op de piek van de Arnspaik, de hoge berg waarop de toekomst begon. Zij brachten hun stammen mee en er ontstond een tijdelijk dorp. De conclaaf begon in de zomer en duurde drie seizoenen.
Toen het laatste overeenkomst besloten was, werd de piek gehuld in een verblindend licht. In het midden van de raad stond een enorme man op. Hij was gehuld in een luxe gewaad en in zijn sterke armen hield hij vele rollen papier. Met een bulderende stem sprak hij: “Vanaf heden zal deze plek Rådholm heten en ik, Rasnorn, zal haar Stadsvader zijn. Ik verwelkom u allen, kinderen van de Vrije Natie Skalesh.” Bij het spreken van de laatste woorden verscheen Lovfvi. Met snelle bewegingen klom de kat op de schouders van de Stadsvader en nestelde daar.Daarna werd de piek weer hels verlicht en verdween de Stadsvader samen met Lovfvi.
Naarmate de Skalesh zich verder versprijden en ontwikkelden maakten andere Stadsvaders en Stadsmoeders en dier-goden zich kenbaar aan de Skalesh. Deze hebben elk hun eigen Vrijplaats: een plek net buiten de wereld,die ergens aan de onze raakt, waar hun macht absoluut is. Zo zijn ze zowel deel van de wereld als los van de wereld.
Stadsvaders en -moeders
Rasnorn, Stadsvader van Rådholm
Rasnorn is een enorme man, meer dan twee meter lang. Hij is gekleed in luxe kleding gemaakt van de mooiste stoffen en afgezet met de beste vachten. In zijn armen draagt hij vele boekrollen, de meesten versierd met mooi metalen beslag. Rasnorn heeft een blonde, goed bijgehouden baard en kort, blond haar en ziet er uit als een jaar of dertig.
Als Stadsvader van Rådholm is Rasnorn onlosmakelijk verbonden aan de Stad van de Contracten en zijn Vrijplaats is dan ook de meest exclusieve plek in de stad: de bovenste kamer van de Toren van de Raad, boven zelfs de vertrekken van de Patriarch. De enige toegang tot deze ruimte is via een luik in de ruimte van de Patriarch, omdat Rasnorn alleen de Patriarch waardig genoeg acht om direct bij het altaar zijn eer te betonen.
Het portfolio van Rasnorn beslaat geld, eer, en Rådholm.
Sildi, Stadsmoeder van Kilnardi
Sildi is een taaie, kleine, blonde vrouw gehuld in de stevige lederen kleding van een zeevrouw en reiziger, maar afgewerkt met goud borduursel. Ze word meestal afgebeeld met een klein handelsschip in haar ene hand en een sabel in haar andere. Meestal draagt ze een ketting gemaakt van zwarte haaientanden. Ze draagt veel sieraden van goud en zilver.
Sildi is de Stadsmoeder van Kilnardi en staat symbool voor de welvaart en handel van de stad. Haar Vrijplaats is elk van de vele warenhuizen in de stad en menig dokwerker beweert haar ‘s avonds wel eens gezien te hebben.
Het portfolio van Sildi beslaat handel, bescherming, en Kilnardi.
Gronar, Stadsvader van Gestergrad
Gronar is een gigantische man met veel spieren. Hij gaat meestal gekleed in een lederen broek en een vest gemaakt van de vacht van een beer. Gronar wordt vaak afgebeeld rijdend op de rug van een enorme moederbeer met twee welpen in zijn armen.
Volgens legendes is Gronar eigenlijk Gronar Hunter-Deepravine, de originele patriarch van clan Geestbeer, die na zijn dood een tot god verheven is. Zijn Vrijplaats is het verblijf van de beren in de dierentuin van Gestergrad.
Het portfolio van Gronar beslaat jacht, kracht, en Gestergrad.
Sondea, Stadsmoeder van Sutgard
Sondea is lang en gespierd met een scherp gezicht en heldere ogen. Zij word meestal afgebeeld met haar volledige wapentuig; een zilveren pantser versierd met een ingelegd patroon van gouden bladeren. In haar ene hand heeft zij een speer en in haar andere een schild met daarop afgebeeld vijf poorten. Sondea draagt nooit een helm.
Als de Stadsmoeder van Sutgard is Sondea de bewaker van de grens met zowel de Heilige Landen van Reth als Perla, een functie die zij heel serieus neemt. Haar Vrijplaats is de kantelen boven de vijf poorten, waar zij, in de vorm van een standbeeld, immer waakzaam staat.
Het portfolio van Sondea beslaat alertheid, reizen, en Sutgard.
Gunda, Stadsmoeder van Vondovia
Gunda staat in Vondovia beter bekend als de Vriendelijke. Ze word meestal afgebeeld als een korte, mollige vrouw met rood haar, wiens kleding een mix van de stijlen van de Thuislozen, de Tengoku, en de Vondovianen zelf is. Zij draagt altijd een zak geld bij zich en heeft vaak ook een fluit, jongleerkegel, of bal. Vaak wordt zij afgebeeld in of bij een marktkraam.
Gunda is de Stadsmoeder van Vondovia, zowel van zij die er altijd wonen en zij die er voor de markt zijn. Gunda wordt alleen in de zomer gezien, wanneer zij ‘s avonds door de markt danst. In de winter ziet men haar nooit.
Het portfolio van Gunda beslaat vreemdelingen, markten, en Vondovia.
Rodion, Stadsvader van Het Gat
Rodion is, net als de stad waar hij verantwoordelijk voor is, jong. Meestal wordt hij afgebeeld als een jonge, dunne man met het smerige gelaat en de kleding van een mijnwerker. In zijn linkerhand draagt hij een lantaarn en in zijn rechter een sleutelring vol gebroken sleutels.
De voorwerpen van Rodion staan symbool voor de strijd in Het Gat. Aan de ene kant het licht van de Raad dat de corruptie in Het Gat probeert weg te vegen en aan de andere kant de louche onderbuik waar menig slot opengebroken word.
Het portfolio van Rodion beslaat gerechtigheid, onrecht, en Het Gat.
Kaj, Stadsvader van Maltena
Kaj is een knappe, jonge man. Hij wordt afgebeeld als een minstreel met een luit en een rijkelijk gedecoreerd kostuum voorzien van een kleine, scharlaken cape. Kaj wordt zelden gezien, maar volgens de inwoners emuleert iedere minstreel in de vele tavernes van Maltena op zijn eigen manier Kaj.
Het portfolio van Kaj beslaat reizen, ontspanning, rust, en Maltena.
Frey, Stadsvader van Stofhaven
Frey is de stadsvader van Stofhaven en is, net als de inwoners, meestal gekleed in stevige, verhullende kleding, bedoeld om het stof van de woestijnen buiten te houden. Hoewel hij zelden wordt afgebeeld, vind je zijn naam wel overal.
Het portfolio van Frey beslaat handel, stof, de zee, en Stofhaven.
Misnorn, Bewaarder van de Kluis en Meester der Sleutels
Misnorn wordt tot de Stadsvaders en -moeders gerekend, maar hij is er geen. In tegenstelling tot zijn mede-goden heeft Misnorn geen stad in zijn portfolio, maar een specifieke plek: de Archieven.
Diep onder de Arnspaik en Rådholm vind je de Archieven. Deze enorme tunnels, welke met goed geplaatste ontluchting en vuur droog gehouden worden, bieden onderdak aan zowel de Bibliotheek van de Universiteit van Rådholm als aan de Archieven van de Raad. Voor de meeste Skaleshi zijn vooral de Archieven van de Raad belangrijk. Hier worden alle contracten die ooit bij de Raad zijn ingediend, en dus rechtsgeldig zijn, opgeslagen.
Samen met Snoffir, de Hond van Kennis en Geheimen, regeert Misnorn over deze uitgestrekte bibliotheek. De aardse taken van de Archieven worden waargenomen door de bibliothecarissen. Deze lieden, deels archivist en deels klusjesman, kennen de Archieven als hun eigen broekzak. Voor een kleine donatie zijn ze vaak bereid je te helpen om snel het juiste boek, naslagwerk, of contract te vinden.
Echter, het is de bibliothecarissen verboden om de diepste gang van de Archieven te betreden. Hier vindt men een enorme metalen deur met honderden sloten, bewaakt door de Kluisbewaarders (Vaultkeepers). In de enorme kluis achter de deur zijn de Vergeten Goden opgesloten. Deze goden weghouden van de wereld is de ware taak van Misnorn.
De Vrijplaats van Misnorn is een kleine, afgelegen leeskamer in de Archieven. Deze kamer verplaatst zich door de Archieven en blijft zelden lang op dezelfde plaats.
Het portfolio van Misnorn beslaat kennis, contracten, geheimen, en geschiedenis.
Roza, Stadsmoeder van Rosecliff,
Kolyuchka, Stadsvader van Rosecliff
Het verhaal gaat dat Roza en Kolyuchka een Skaleshi tweeling waren toen Rosecliff niet meer was dan een paar boerderijen. Ze speelden vaak op de steile hellingen omdat ze daar nooit voor de voet liepen. Ze waren onafscheidelijk en altijd samen.
Al snel werd duidelijk dat Roza ziek was, en niemand wist haar te genezen. Ze kwijnde langzaam weg, tot ze op een dag besloot dat ze nog één keer de hellingen, vol goede herinneringen aan gezondheid en plezier, wilde zien. Kolyuchka bracht haar met een zwaar hart naar de hellingen. Eenmaal daar weigerde Roza nog terug te keren naar huis. Hier zou ze voor altijd blijven, wachtend tot Kolyuchka zich bij haar zou voegen. Toen de zon onder ging, blies Roza haar laatste adem uit. Roza werd daar begraven, op de helling waar ze stierf.
Kolyuchka, die haar niet wou verlaten, bleef naast het graf zitten terwijl winter viel. De gehele winter bleef Kolyuchka roerloos zitten aan het graf van zijn zus. Toen brak de lente aan en groeide er een enkele witte roos uit het graf van Roza omhoog, tot het ongeloof van Kolyuchka. Hij nam deze roos als teken dat Roza inderdaad op hem zou wachten, en stond voor het eerst sinds haar dood op. Hij keek om zich heen en zag andere rozen bloeien, met een weelde aan kleuren. Kolyuchka naderde de rozen en zag dat de wortels ertsaders hadden ontaard. Hij dankte Roza en keerde terug naar het dorp.
Door het volgen van de rozen vond Kolyuchka vele rijkdommen, waarmee hij zijn eerste handel opzette. Over de jaren heen bloeide hierdoor het dorp uit tot een rijke handelsstad, waar veel ambachten zich vestigden voor de weelde aan materialen. Kolyuchka werd zeer rijk en nam een vrouw waarmee hij vele kinderen kreeg. Deze kinderen groeide op naast het graf van Roza, en volgde in Kolyuchka's voetstappen. Nooit vergat Kolyuchka aan wie hij zijn succes te danken had, en hij richtte een groot hospitaal op voor onderzoek naar ongeneeslijke ziektes, in de hoop anderen te sparen van het verdriet dat hij gevoeld had. Elk jaar keerde Kolyuchka terug om de rozen op het graf van Roza te verzorgen, en een dag en nacht bij haar door te brengen. Op rijpe oude leeftijd, terwijl de zon opkwam, stierf Kolyuchka, naast het graf van Rosa tijdens zijn jaarlijkse waken. Hij werd naast Roza op de helling begraven en uit zijn graf groeide dieprode rozen. Inmiddels waren alle hellingen bezaaid met rozen en de nakomelingen van Kolyuchka hadden zich daar gevestigd. Zij noemden zich Clan Rosecliff en tot op de dag van vandaag verzorgen zij de rozen die hun familie rijkdom en welvaart brachten.
De clan Rosecliff doet er alles aan om de rozen zo lang mogelijk te laten groeien en bloeien. Mochten ooit de rozen allemaal sterven zullen Clan Rosecliff en de stad hetzelfde lot ondergaan.
Roza is een meisje met donker rood haar en heldergroene ogen. Ze ziet er fragiel uit en wordt enkel gezien, dansend en spelend, tussen de rozen wanneer ze bloeien. Ze heeft altijd een witte roos in haar haar. Die roos van haar ontvangen, zal naar welvaart en rijkdommen leiden. Haar vrijplaats zijn de hellingen van Rosecliff, bij het graf van de Tweeling, op de plek waar de speciale witte en diep rode rozen bloeien. Offers aan Roza bestaan uit lokale ambachtsproducten, omdat zij dolgraag ziet wat er dankzij haar broer allemaal wordt gemaakt.
Het portfolio van Roza beslaat blijdschap, mijnen, verborgen schatten, ontdekking en Rosecliff.
Kolyuchka is een oude man met wit haar en vermoeide ogen, maar desondanks heel sterk. Hij draagt altijd een bos diep rode rozen. Hij word door heel Rosecliff gezien, echter wil je hem alleen ontmoeten wanneer de rozen bloeien, dan is hij gelukkig en gunt hij voorspoed. Anders is hij een donderwolk die jou of je familie kan neerslaan. Soms geeft hij een dieprode roos. Zolang deze geen bloembladeren laat vallen wanneer Kolyuchka hem overhandigd, belooft deze lang leven en gezondheid. Wanneer de rozen niet bloeien deelt hij enkel doorns uit. Dit is een teken dat iemand in je familie zal sterven deze winter.
Het portfolio van Kolyuchka beslaat onderzoek, onderneming, genezing, dood en Rosecliff.
Dier Goden
Naast de Stadsvaders en -moeders kennen de Skaleshi een aantal Dier Goden. Deze goden belichamen stuk voor stuk een concept dat belangrijk is voor de Skaleshi. Alle Dier Goden verstaan en spreken de taal van de Skaleshi. Ze tonen zich tegenwoordig zelden, maar brengen altijd advies dat meestal voor rijkdom zal zorgen, al hebben de Blauwe Gaai en de Wasbeer er een handje van om dit op ‘aparte’ manieren te doen.
Net als de Stadsvaders en -moeders hebben de Dier Goden hun eigen Vrijplaats, een plek buiten de wereld waar zij absolute macht hebben.
Hieronder volgen de belangrijkste Dier Goden.
Lovfvi, de Kat die het Geld Bracht
In het huis van bijna iedere Skaleshi is wel een klein altaar aan Lovfvi te vinden. Meestal is dit een luxe, rijkelijk gedecoreerd kussen waarop een enkele gouden munt gelegd wordt. Een andere munt is acceptabel, maar laat wel zien dat je arm bent. De Skaleshi geloven dat het verdwijnen van de munt betekent dat Lovfvi het huis heeft bezocht en er zijn zegen over uitgesproken heeft. Het stelen van deze munt is een doodzonde.
Lovfvi en Rasnorn zijn samen de oppergoden van de Skaleshi. Lovfvi is een forse boskat met een egale goud-blonde vacht. Zijn Vrijplaats is een prettig warme grot vol hoogpolig tapijt en gevuld met honderden kussens. In deze grot wordt Lovfvi bediend door honderden menselijke slaven: de stamhoofden van de gevallen stammen die niet de Skaleshi zijn geworden. Deze bedienden maken echter niet schoon. Die taak is weggelegd voor Ósigran, de Schoonmakende Wasbeer.
Het portfolio van Lovfvi beslaat geld, rijkdom, en luxe.
Flollir, de Wezel van de Overwinning
Flollir mengde zich als tweede onder de mensen en nestelde zich op de schouders van de generaals van het prille volk Skalesh. In hun oren fluisterde hij het geheim van de overwinning en onder zijn advies vielen vele stammen voor de vreemde tactieken van de Skaleshi.
Toen zijn hulp niet meer nodig was, nam Flollir het bloed van hen die hij geadviseerd had en keerde terug naar zijn Vrijplaats. Heel soms keert Flollir nog terug en hem volgen zal altijd tot de overwinning leiden, al is de prijs altijd hoog.
Flollir is een forse, gespierde wezel ter grote van een kat. Zijn vacht is altijd wit met een zwarte punt aan het einde van zijn staart en zwarte toefjes op zijn oren. De Vrijplaats van Flollir is een ondergronds gangenstelsel bezaaid met de lijken van mensen en mans-grote konijnen en hazen.
Het portfolio van Flollir beslaat overwinning tegen elke prijs en bloedlust.
Snoffir, de Hond van Kennis en Geheimen
Snoffir zwaait samen met Misnorn de scepter over de Archieven van Skalesh. Snoffir is helemaal loyaal aan de Skaleshi en zij bewaakt dan ook de kennis en geheimen van de natie.
Snoffir is een kleine hond met een donkerbruine vacht en een spitse snuit. Zij wordt vaak afgebeeld met een boek of boekrol tussen haar tanden en een vacht die grijs ziet van de stof. Haar Vrijplaats is een mand verstopt in de Archieven.
Het portfolio van Snoffir beslaat kennis, geheimen, en loyaliteit.
Förrä, de Gemaskerde Gaai
Förrä spreekt meestal leugens, maar toch is haar advies volgen vaak verstandig. Hoewel haar woord je naar diepe dalen zal brengen, brengt het ook kansen op je pad waar anderen enkel van kunnen dromen. Förrä verschijnt dan ook vooral op momenten waarop grote keuzes gemaakt moeten worden en waarbij prominente Skaleshi verkunnen vallen. De Raad en Förrä gaan niet zo goed samen. Alle ramen op de Toren van de Raad zijn voorzien van een metalen scherm om Förrä te weren.
Förrä is een blauwe gaai met een klein masker van zwarte veren rond haar ogen. Ze heeft een zilveren snavel en oogjes als kleine robijnen. De Vrijplaats van Förrä is een enorme boom verstopt in de Nordspaiker die ze deelt met Tjuv, de Ekster. Haar nest zit enkele takken hoger dan Tjuv en is goed gevuld met spulletjes die Tjuv haar ‘gegeven’ heeft.
Het portfolio van Förrä beslaat geluk, ongeluk, en het lot.
Tjuv, de Opportunistische Ekster
Was het klein en glimmend en ben je het nu kwijt? Tjuv heeft het meegenomen. In een hoge boom verstopt in de Nordspaiker heeft hij zijn Vrijplaats: een enorm nest rijkelijk versierd met alle kleine glim-dingen die de Skaleshi over de jaren verloren zijn.
Toch zien de Skaleshi Tjuv graag. Tjuv is namelijk niet heel snugger. Als je het goed speelt en de juiste dingen zegt, kan een ontmoeting met Tjuv zo maar eens eindigen in een hoop rijkdom. Zeg je echter de verkeerde dingen of beledig je het fragiele ego van Tjuv? Maak dan je borst maar nat. De Ekster zal jouw familie flink in de gaten houden en de belangrijkste dingetjes zullen ineens verdwijnen.
Tjuv is een enorme ekster van bijna een halve meter hoog. Hij praat met een diepe stem die niet zou misstaan op een wijze oude man. Wat hij zegt is echter vaak verre van wijs.
De eerste zaterdag van maart is de heilige dag van Tjuv. De ekster maakt ieder jaar een nieuw nest en op deze dag begint hij ernstig met zoeken naar nieuwe glimdingetjes om het te versieren.
De Skaleshi willen hun waardevolle spulletjes echter niet kwijt en Tjuv is gelukkig makkelijk om de tuin te leiden. De Skaleshi leiden hem dan ook al jaren af door chocolade eieren verpakt in lage kwaliteit maar mooi glimmende metalen folie op tafel te zetten en te eten. Tjuv zal altijd voor deze glimdingetjes gaan en er dan halverwege achter komen dat er chocolade in zit - iets wat Tjuv absoluut niet lust!
Uit wraak verstopt Tjuv de chocolade eieren in de huizen en tuinen van de Skaleshi, tot groot vermaakt van de kinderen. Tjuv kan echter niet overal zijn, vooral niet nu er zo veel Skaleshi zijn, dus helpen ouders en grootouders hem vaak om wraak te nemen door eieren voor hun eigen afstammelingen te verstoppen.
Het portfolio van Tjuv is winst, verlies, en kansen.
Finbyuksor, de IJdele Aap
Als je geniet van een mooie zonsondergang in een hoge bergweide loop je het risico om Finbyuksor en zijn gevolg van kleine aapjes, gekleed in kleurrijke outfits afgezet met bont, tegen te komen. Finbyuksor zelf is een mandril van bijna twee meter hoog en altijd gekleed in de nieuwste en meest extravagante Haute Couture van de Skaleshi.
Finbyuksor brengt zijn dagen feestend door en met hem mee feesten is aan te raden. De aapjes van zijn gevolg zijn namelijk de beste kappers en kleermakers die Estera ooit gekend heeft. Iedere feestganger krijgt dezelfde behandeling: een complete make-over, inclusief kleding. Hoewel feestgangers nooit precies weten wat er gebeurd is, worden ze de volgende ochtend vers gewassen wakker met een nieuw kapsel en geweldig mooie nieuwe kleding.
Wat er met de mensen gebeurt die weigeren mee te feesten is niet bekend. Er zijn geen verhalen over iemand die geweigerd heeft.
De Vrijplaats van Finbyuksor is geen vaste plek. In plaats daarvan is zijn Vrijplaats overal waar hij en zijn gevolg zijn.
Het portfolio van Finbyuksor beslaat extravagantie, ijdelheid, schoonheid, en plezier.
Ósigran, de Schoonmakende Wasbeer
Ósigran is een bandiet en het voorbeeld voor vele slaven. Ósigran is de slaaf van Lovfvi en verantwoordelijk voor het schoonhouden van diens Vrijplaats.
Ósigran heeft er echter een handje van om onder het werk uit te komen, zodat hij lekker lui kan zijn. Vaak doet hij dit door een contract te sluiten met stervelingen, waardoor zij zijn werk voor hem moeten doen. Deze contracten zijn echter nooit eenzijdig - Ósigran weet immers hoe vervelend het is om slaaf te zijn! Hij betaalt stervelingen met feitjes, weetjes, en juwelen die hij over de jaren ontdekt heeft in Lovfvi’s Vrijplaats.
Er gaan geruchten dat veel van de rijkste families van Rådholm met kennis van Ósigran aan hun rijkdom zijn gekomen: een enorme belediging omdat geen enkele familie verbonden wil worden met de god van de slaven.
Sommige slaven zien Ósigran als een voorbeeld en proberen net als hij onder hun werk uit te komen. Ósigran denkt echter enkel aan zichzelf en zulke slaven hoeven niet op zijn hulp te rekenen - tenzij ze een contract willen sluiten natuurlijk.
Ósigran is een wasbeer van iets meer dan een meter hoog die permanent op zijn achterpoten loopt. Hij ziet er versleten, oud, en stoffig uit en heeft een bierbuikje. Ósigran heeft geen eigen Vrijplaats.
Het portfolio van Ósigran beslaat slaven, rust, en arbeid.
Vergeten Goden
De Vergeten Goden zijn opgesloten in de Kluis in de archieven onder Rådholm, waar zij bewaakt worden door Misnorn en zijn kluisbewaarders. Wie de Vergeten Goden precies zijn weten alleen zij, omdat de kluisbewaarders er alles aan doen om referenties aann de Vergeten Goden uit de cultuur en de boeken van de Skaleshi te schrobben.
Hoewel er vele geruchten zijn over de Vergeten Goden, zijn er enkel een aantal hardnekkige geruchten die steeds terugkomen; zo zouden de Vergeten Goden de oude goden van de voorouders van de Skaleshi zijn, van de tijd voordat Lovfvi het geld bracht. Zij zijn verworpen door hun priesters en samen opgesloten in de Kluis. Soms fluisteren zij die terug willen naar de oude tijden hun namen nog.
Ook zouden de Vergeten Goden alle goden zijn, die wanhopig aan het bestaan vastklampen, maar geen plek meer hebben in de Skaleshi samenleving. Dit zijn de goden van concepten die er niet meer toe doen, zoals Oorlog, of de Stadsvaders en Stadsmoeders van lang verlaten (en vergeten) steden.
Verder fluistert men soms dat de Vergeten Goden de goden van de Shael zijn, geketend en opgesloten door de Skaleshi goden, net als hun rottende volk.
Mythische Wezens
Yeti
Yeti zijn ongeveer twee meter hoog en bedekt met een pluizige, witte vacht. Afhankelijk van de verhalen hebben ze soms wel en soms geen hoorns. Hoewel veel geruchten zeggen dat het goden zijn,is het niet helemaal duidelijk welk type. Sommigen denken dat de yeti de ‘stadsvaders en -moeders’ van de bergen zijn. Anderen denken juist dat de yeti de resten van Vergeten Goden zijn, gedoemd om zonder identiteit rond te zwerven in de eindeloze bergen.
Yeti worden gezien als vriendelijk en er zijn veel verhalen van verdwaalde reizigers die door een enorm, harig wezen terug naar een pad worden geleid.
Thurs
Thurs zijn grote reuzen met een stenen huid. Een Thur is bij zijn geboorte ongeveer anderhalve meter hoog, maar blijft zijn hele leven groeien. Verhalen spreken over bijzonder oude Thurs van meer dan vijftien meter hoog.
Een Thur in de buurt van je dorp is een enorme ramp. Een Thur heeft altijd honger en heeft een grote voorkeur voor vee. Ze hebben er daarnaast helemaal geen moeite mee om een mens weg te werken en het verdwijnen van hele dorpen wordt soms een Thur verweten.
Thurs hebben gelukkig een grote zwakte. Als zonlicht direct op ze valt, veranderen ze spontaan en permanent in steen.
Glimspinnen
Glimspinnen zijn spin-achtige wezens met een lichaam gemaakt van kristal, brons, zilver, goud, of heel soms platina. Ze zijn ongeveer zo groot als een kinderhand en verzamelen zich in grote nesten onder de grond.
Glimspinnen reizen mijlen ver om voorwerpjes gemaakt van dezelfde materialen als hun lichaam te verzamelen. Deze voorwerpjes eten ze op, waarna ze ruwe ertsen uitpoepen. Als het nest genoeg materiaal heeft verzameld, gebeurd er iets aparts. De helft van het nest gaat dood en word een met de ertsen en de aarde. De andere helft trekt verder om een nieuw nest te starten.
Als een ader een bijzonder vreemde loop heeft, is het waarschijnlijk een oud Glimspinnen nest.